Definiciones
verbo
pronominal
- Soltar (uso pronominal de ...).
neerlandés | beginnen te, de vrijheid hernemen, losbreken, loslaten, losraken, ongedwongen optreden, tevoorschijn springen, vaak afgaan, vallen, vlotheid krijgen in de uitvoering en afdoening van zaken, zich vrijmaken, zijn bescheidenheid afleggen, zijn gevoeg doen |